willighe vanckenis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© Willighe Vanckenis - 2009

EI BLOT TIL LYST

verantwoording

Na Oom Wanja wilden onze acteurs graag verder exploreren wat ze voor zichzelf verkenden in die productie. De groep voor een jaar doen barsten was ondenkbaar – het spelplezier dat de ploeg met elkaar beleeft, is helend voor spelers én publiek.

Een klassieke tekst vinden die tegelijk de kwaliteiten van alle spelers uitdaagde, én een interessante thematiek vormde, was niet vanzelfsprekend. In Gengangere (Spoken - 1881) van Hendrik Ibsen en Fröken Julie (Juffrouw Julie – 1888) van August Strindberg vonden we interessante personages, en een merkwaardige thematische verwantschap. Het scandinavische levensgevoel van het fin-de-siècle bleek in tijd en plaats ver van ons verwijderd, en tegelijk hyperactueel. In de eerste plaats gaan deze verhalen immers om de effecten van communicatiestoornissen tussen mensen met verschillende levensvisies, op een moment van grote sociale verschuivingen. Verder bleek de midzomernachtszomer in Fröken Julie een uitdagende tegenstelling met de stormachtige Noorse winter in Gengangere. De contrasten tussen de stukken ondersteunen mee de brede thema’s van doodsdrift en levensvreugde.

Deze thematiek paren we aan een verhevigde theatraliteit in de spelstijl en de enscenering, zodat het publiek zowel kan herkennen, als leren, als evalueren. We steken niet onder stoelen of banken dat we door onszelf als groep met deze stukken te tonen, wat willen vertéllen.

In Denemarken en Noorwegen hangt boven klassieke theaterscènes nog steeds de uitspraak “Ei blot til lyst” – “Niet alleen tot vermaak”. Met deze uitspraak begint Ingmar Bergmans meesterlijk Fanny och Alexander – een voor ons zeer inspirerende tv-serie uit de jaren ’80. De titel sprong ons toe vanop het kleine scherm.


Mijn enige talent, als je ’t in mijn geval al een talent zou kunnen noemen, is dat ik van deze kleine wereld hou, binnen de dikke muren van het theater. En ik hou heel veel van de mensen die in deze kleine wereld werken. Daarbuiten is de grote wereld en soms slaagt onze kleine wereld er in om even een afspiegeling te zijn van die grote wereld zodat we die een beetje beter begrijpen. Of misschien is het zo dat we de mensen die hier komen de kans geven om heel even, een paar seconden lang, heel even de harde buitenwereld te vergeten. Ons theater is een kleine – een kleine kamer, waar orde, regelmaat en zorg, en liefde heersen. Ik weet niet waarom ik me zo vreemd (komisch) plechtig voel op deze avond. Ik kan niet verklaren hoe ik me voel. Ik moet het kort houden.

Uit Fanny och Alexander (Ingmar Bergman)