Wat zit erachter ?
Illusies en troost
Filmfreak Manuel Puig (1932-1990) schreef de roman El beso de la mujer araña in 1976,
en bewerkte hem daarna tot een toneelstuk. In 1986 kwam er een oscarwinnende filmversie uit,
en twee keer werden er met het verhaal musicals gemaakt. Slechts in de theaterversie komt het
accent op suggestie en illusie het meest tot uiting. De roman wordt immers uitvoerig ondersteund
door wetenschappelijke literatuur over homoseksualiteit, wat nu wat gedateerd en uitleggerig overkomt.
De film en de musicals horen zelf nog het meest tot de populaire cultuur waarvan Puig in zijn verhalen
zo eerlijk en vol plezier gebruik maakt. Maar ze leiden af van de kern van de zaak:
de kracht die illusies en herinneringen hebben bij het suggereren van troost. Als het bombast je in
het gezicht blaast, kun je moeilijk stilstaan bij wat het met je doet als je verlaten wordt.
Less is more
Daarom koos Willighe Vanckenis voor een uiterst sobere productie: twee mannen spelen op een kleine vloer met een tafel, een laken, een stoel en enkele boekjes. En, trouw aan de roman van Puig, klinken er echo's van de psychiatrie in door. Therapeutische rollenspelen proberen problemen rond verlangens, schuld en identiteit te objectiveren. Door hun agressiviteit dwingen de twee gevangenen elkaar hun eigen identiteit te onderzoeken. Net zoals de pantervrouw uit de film, die haar magische geheim in de zetel van een onbetrouwbare psychiater blootlegt, onder het licht van een bureaulamp. Onze enscenering stript de effecten op vele terreinen. Enkel een bestudeerde belichting blijkt essentieel. Die suggereert de schemerzone van de nacht waarin een mens zijn hart blootlegt, en die is bijna zo noodzakelijk als de herinneringen en de persoonlijke verhalen die wij in de rollen investeerden.
De kracht van het cliché
Jeannet Molina is een cliché. Hij dweept met opera, diva's en zijn moeder.
Ook de gefrustreerde student Valentín past in een hokje. Met hardleerse linkse idealen zet
hij zich af tegen zijn bourgeois achtergrond.
Met als basis een reeks foute "foute" stereotiepen, bouwt Puig een krachtige tekst.
Zijn personages ontdekken dat hun gedragspatronen niet die van henzelf zijn. Die kennis
leidt niet per se tot een gedragsverandering, maar wel tot een diepmenselijke ontmoeting.
Molina en Valentín hoeven niks expliciet te onderkennen om in te zien dat hun relatie evolueert,
en ze voor elkaar een gesuggereerd object van verlangen kunnen zijn. Onder alle gepsychologiseer
ligt een pleidooi voor het geloof in romantische suggestie als troost. Je geraakt elkaar het meest
nabij als je doorhebt dat volledige versmelting met je geliefde onmogelijk is.
En je dat accepteert.
De tragische afloop is daardoor verteerbaar. Wie de suggestie van troost,
herkenning en liefde ervaren heeft, mag sterven.